Maandag:

• Lees les 1 (stap 1 en 2) rustig en goed door en zorg dat je alles wat in de tekst staat begrijpt.
• Lees van "Leren voor de toets" (blz 24) de tekst van les 1 rustig en goed door en zorg dat je alles wat in de tekst staat begrijpt.
• Bekijk de samenvatting goed (blz 22) .
• Leer de begrippen, die bij les 1 horen (blz 24).
• Oefen de topo.

Dinsdag:

• Lees les 2 (stap 1 en 2) rustig en goed door en zorg dat je alles wat in de tekst staat begrijpt.
• Lees van "Leren voor de toets" (blz 24) de tekst van les 2 rustig en goed door en zorg dat je alles wat in de tekst staat begrijpt.
• Bekijk de samenvatting goed (blz 22).
• Leer de begrippen, die bij les 2 horen (blz 24).
• Oefen de topo.

Woensdag:

• Lees les 3 (stap 1 en 2) rustig en goed door en zorg dat je alles wat in de tekst staat begrijpt.
• Lees van "Leren voor de toets" (blz 25) de tekst van les 3 rustig en goed door en zorg dat je alles wat in de tekst staat begrijpt.
• Bekijk de samenvatting goed (blz 22).
• Leer de begrippen, die bij les 3 horen (blz 25).
• Oefen de topo.

Donderdag:

• Lees van "Leren voor de toets" tekst van les 1, 2 en 3 rustig en goed door en zorg dat je alles wat in de tekst staat begrijpt.
• Bekijk de samenvatting goed (blz 22).
• Leer de begrippen, die bij les 1, 2 en 3 horen (blz 24 en 25).
• Oefen de topo.

Woensdag:

• Schrijf de woorden in het Engels en Nederlands over en kijk ze na op spelling.
• Oefen dit met StudyGo dictee.

Donderdag:

• Schrijf de woorden in het Engels en Nederlands over en kijk ze na op spelling.
• Leer de woorden van Engels naar Nederlands.
• Oefen dit met StudyGo overhoren.

Maandag:

• Schrijf de woorden in het Engels en Nederlands over en kijk ze na op spelling.
• Leer de woorden van Nederlands naar Engels.
• Oefen dit met StudyGo overhoren.

Dinsdag:

• Schrijf de woorden in het Engels en Nederlands over en kijk ze na op spelling.
• Leer de woorden van Engels naar Nederlands.
• Leer de woorden van Nederlands naar Engels.
• Oefen dit met StudyGo overhoren.

Maandag:

• Lees de grammatica van het blaadje 3x goed door.
• Lees de zinnen (phrases to know) 3x goed door.
• Oefen de woorden van lesson 1 en 2 nog een keer in StudyGo.

Dinsdag:

• Lees de grammatica van het blaadje 3x goed door.
• Lees de zinnen (phrases to know) 3x goed door.
• Oefen de woorden van lesson 3 en 4 nog een keer in StudyGo.

Woensdag:

• Lees de grammatica van het blaadje 3x goed door.
• Lees de zinnen (phrases to know) 3x goed door.
• Oefen de woorden (words to know) in StudyGo

Donderdag:

• Lees de grammatica van het blaadje 3x goed door.
• Oefen de zinnen (phrases to know) in StudyGo.
• Oefen de woorden (words to know) nog een keer in StudyGo.

Maandag:

• Schrijf alle namen (met hoofdletters) van de landen, steden, wateren en gebieden een keer over. 
• Verder leer je de landen in een logische volgorde (in volgorde van ligging)

Dinsdag:

• Schrijf alle namen (met hoofdletters) van de landen, steden, wateren en gebieden een keer over. 
• Oefen met de volgorde van landen.
• Verder leer je de steden in een logische volgorde (in volgorde van ligging)

 Woensdag:

• Schrijf alle namen (met hoofdletters) van de landen, steden, wateren en gebieden een keer over. 
• Oefen met de volgorde van landen.
• Oefen met de volgorde van steden.
• Leer in welke volgorde de gebieden en wateren liggen.

Donderdag:

• Schrijf alle namen (met hoofdletters) van de landen, steden, wateren en gebieden een keer over. 
• Oefen met de volgorde van landen.
• Oefen met de volgorde van steden.
• Oefen met de volgorde van wateren.
• Oefen met de volgorde van de gebieden.